SV | Wat heeft Mijn beminde in Mijn huis [te doen], dewijl zij die schandelijke daad [met] velen doet, en het heilige vlees van u geweken is? Wanneer gij kwaad [doet], dan springt gij op van vreugde. |
WLC | מֶ֣ה לִֽידִידִ֞י בְּבֵיתִ֗י עֲשֹׂותָ֤הּ הַֽמְזִמָּ֙תָה֙ הָֽרַבִּ֔ים וּבְשַׂר־קֹ֖דֶשׁ יַעַבְר֣וּ מֵֽעָלָ֑יִךְ כִּ֥י רָעָתֵ֖כִי אָ֥ז תַּעֲלֹֽזִי׃ |
Trans. | meh lîḏîḏî bəḇêṯî ‘ăśwōṯāh haməzimmāṯâ hārabîm ûḇəśar-qōḏeš ya‘aḇərû mē‘ālāyiḵə kî rā‘āṯēḵî ’āz ta‘ălōzî: |
Wat heeft Mijn beminde in Mijn huis [te doen], dewijl zij die schandelijke daad [met] velen doet, en het heilige vlees van u geweken is? Wanneer gij kwaad [doet], dan springt gij op van vreugde.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Wat heeft Mijn beminde in Mijn huis [te doen], dewijl zij die schandelijke daad [met] velen doet, en het heilige vlees van u geweken is? Wanneer gij kwaad [doet], dan springt gij op van vreugde.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!